Volgens Michaël Eeckhout van de vervoerregioraad Aalst is de voorstelling van de PVDA niet correct: “Het schrappen van bushaltes is niet gelijk aan het schrappen van de dienstverlening”, zegt Eeckhout. Met het nieuwe plan op het openbaar vervoer moeten we méér mensen kunnen bereiken, zegt de voorzitter van de Vervoerregio Aalst. In Aalst werken we de filosofie rond openbaar vervoer uit zoals die door het Vlaams Parlement is beslist. We maken in 2022 de overslag naar ‘basisbereikbaarheid’. Die vertrekt vanuit de visie dat je de meeste bussen inzet op de grootste verplaatsingsstromen, en daar een hoge frequentie voorziet. In de omgeving van Aalst voorzien we buslijnen die om de 15 minuten (naar Hofstade, Moorsel, Affligem, Mere) en om de dertig minuten (Haaltert, Nieuwerkerken, Gijzegem,…) gaan rijden. Die dienstverlening breiden we uit naar de zaterdag. Simulaties leren dat we tot 11 procent meer reizigersritten bereiken.
Door in te zetten op de assen met de hoogste potentie, rijden er minder bussen door bepaalde wijken of kernen waar er weinig gebruikers (potentieel) zijn. Die worden opgevangen in ons ‘vervoer op maat’. In de vervoerregio Aalst zijn het vooral haltes van de belbus die verdwijnen. Dat is ook logisch, aangezien de belbus op zich wordt vervangen door het flexibeler systeem van ‘flexvervoer’. Het schrappen van haltes voorstellen als het schrappen van dienstverlening, is niet correct. Wat ben je met een halte, wanneer er maar om de twee uur een bus langs komt die niet eens je bestemming aandoet? Moeten we honderd potentiële gebruikers in de kou laten staan om een halte te blijven bedienen, waar maandelijks vijf mensen opstappen? Daarom kiezen we voor het ‘vraaggestuurd’ systeem.
Als vervoerregio werken we een ‘vervoer op maat’ uit voor mensen, die omwille van doelgroep, tijdstip of locatie geen busaanbod hebben. Via het flexsysteem worden zij naar een halte gebracht waar zo’n hoogfrequente bus rijdt of rechtstreeks naar een halte nabij hun bestemming, indien vb de omrijfactor te hoog is of er geen andere verbinding bestaat.
We hebben in Hamme, Dendermonde en Aalst een vaste bediening voorzien binnen dit vervoer op maat, omdat we veel gebruikers verwachten. In Aalst kiezen we voor een ‘Zuidtangent’. Omdat we extra budget hebben vanaf 2022, kunnen we binnenkort de Vervoerregioraad voorstellen om deze Zuidtangent uit te breiden. Kort samengevat krijg je een verbinding van het station Aalst naar OLV, het zwembad, Zandberg, station Erembodegem, Terjoden, Nieuwerkerken en via Maal en het crematorium naar het ASZ (met aansluiting op de stadslijn daar). Die verbinding gebeurt in de twee richtingen, om het uur. Daar staat een bepaalde kost tegenover, zodat we natuurlijk ook gaan evalueren.
Naar tarieven toe, bepaalt de Vlaamse regering nog steeds de prijs van het reguliere net. Als vervoerregio baseren we voor het ‘vervoer op maat’ ons tarief op de huidige prijs van De Lijn. We ijveren er wel voor dat de tarieven voor de flexbus of deelsystemen over heel Vlaanderen dezelfde zouden worden. We bespreken de tarieven van het ‘vervoer op maat’ in de vervoerregio Aalst eind mei.
