Lokale binding in kader van huisvesting schiet doel voorbij…

Gisteren werd op de gemeenteraad een lokaal toewijzingsreglement goedgekeurd dat voorrang verleend aan Erpe-Merenaren voor een sociale woning. Voortaan krijgen mensen die gedurende de laatste 40 jaar 25 jaar wonen in Erpe-Mere of minstens 10 jaar in Erpe-Mere wonen of gewoond hebben of in de periode van 6 jaar voor de toewijzing minstens 3 jaar inwoner zijn van Erpe-Mere voortaan voorrang op een sociale woning. Op zich snap ik dat lokale binding een criterium kan zijn voor een sociale woning, maar de impliciete boodschap die het gemeentebestuur nu geeft alsof we de eigen bevolking gaan vooruit helpen, kan ik alleen maar catalogeren onder toogklap, zegt sp.a-gemeenteraadslid Anja Vanrobaeys.

De grond van de zaak blijft dat er in Erpe-Mere te weinig sociale woningen zijn. Uit de cijfers die Wonen Vlaanderen vorige week publiceerde blijkt dat er in totaal 773 mensen in Erpe-Mere op de wachtlijst voor een sociale woning staan, waarvan er 222 in Erpe-Mere wonen en 551 van buiten Erpe-Mere aangeven hier graag te komen wonen. Uit die evaluatie blijkt ook dat de gemeente de doelstelling van het sociaal bindend objectief van 55 extra woningen tegen 2035 niet zal halen, wel hopen ze 52 extra sociale woningen te realiseren via het sociaal verhuurkantoor. Als je maar 52 extra sociale woningen gaat realiseren, dan helpt de lokale binding het gros van de 222 gezinnen die nu al in Erpe-Mere wonen geen zier vooruit. Dit is mensen een rad voor de ogen draaien en vooral mensen die in miserie zitten tegen elkaar opzetten, vindt Vanrobaeys. Daarom dring ik nogmaals aan op meer ambitie voor bijkomende sociale woningen. Dat sociaal bindend objectief is een minimum, als de nood hoger is, dan zijn bijkomende investeringen noodzakelijk. Laat ons dan ook nu onmiddellijk die 222 wachtende gezinnen uit Erpe-Mere een lokale aanvullende huurpremie toekennen zodat zij tenminste uit de spiraal geraken die slechte huisvesting veroorzaakt. Wonen in een sociale woning doet het armoederisico met 40% dalen!

Bovendien kunnen in een lokaal toewijzingsreglement ook nog andere criteria opgenomen worden. Welke zijn de grootste woonnoden in Erpe-Mere? Zijn die het grootst bij éénoudergezinnen, kwetsbare bejaarden, jongeren? Waarom zou iemand die hier werkt, hier niet betaalbaar mogen wonen? De VDAB vraagt steeds meer arbeidsmobiliteit, maar voor een sociale woning moet je van je wieg tot aan het graf in dezelfde gemeente blijven wonen. Ik mis opnieuw visie en eigentijds beleid, vervolgt Vanrobaeys. Waarom geen specifieke projecten opzetten, zoals bijvoorbeeld voor éénoudergezinnen. Alleenstaande ouders hebben soms tijdelijk wat ondersteuning nodig vlak na hun relatiebreuk. Door in te zetten op sociale woningen waar zij een paar jaar betaalbaar kunnen wonen tot ze opnieuw wat op hun effen zijn, bieden we hen opnieuw kansen in plaats van ze jaren op een wachtlijst te laten sukkelen.

Kortom dit toewijzingsreglement schiet compleet zijn doel voorbij en zal zelfs ErpeMerenaren die hier geboren en getogen zijn niet helpen aan een sociale woning. De armoedespiraal kan alleen maar doorbroken worden door bijkomende sociale huisvesting en in afwachting hiervan door een aanvullende lokale huurpremie, besluit ze.

 

Deel dit bericht via:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Current ye@r *