Naar aanleiding van een artikel dat begin deze maand verscheen in de weekend-editie van Het Laatste Nieuws, heeft Bert Van Vaerenbergh, mede ondertekenaar namens de gemeente Denderleeuw, enige bedenking bij de weergave van de feiten. In de aanloop naar het artikel dat verscheen op zaterdag 2 juni j.l. over de herinrichting van de site Van Roy wordt er even een kort overzicht gegeven over de aankoop van de site Van Roy. “De gemeente kocht de site Van Roy in de Veldstraat al aan in 2012, maar nadien ontstond er commotie, ondermeer omdat ze volgens sommigen teveel had betaald voor de site. Er kwam zelfs een strafrechtelijk onderzoek dat intussen is afgesloten.”
Dat de meerderheid graag uitpakt met het feit dat zij hierin “buitenvervolging” werden gesteld is één zaak. Of de zaak hiermee afgesloten is een andere zaak. Zo loopt er momenteel nog een gerechtelijk onderzoek naar deze “buitenvervolgingstelling” sedert eind 2016. In mei 2017 werd, ondermeer rond de aankoop van de site, een nieuwe klacht met burgerlijke partijstelling ingediend bij het gerecht. Ondermeer, want de klachten over wantoestanden in Denderleeuw, gaan verder dan de site alleen. Gerechtelijke achterstand? zou deze zaak momenteel op de lange baan hebben geschoven.
Dat deze aankoop nog steeds de gemoederen verhit, blijkt des te meer uit het feit dat alle middelen aangewend worden om de zaak van “het teveel betaald” in de doofpot te steken. Zo werd er klacht neergelegd wegens “laster en eerroof” tegen gemeenteraadslid Erna Scheerlinck, naar aanleiding van uitspraken gedaan op de gemeenteraad van januari 2017. De details in deze zaak liggen blijkbaar heel gevoelig, waardoor de zaak reeds tweemaal werd uitgesteld. Dat het dossier “site Van Roy” gerechtelijk is afgesloten, is dus het zoveelste “Pinocchio verhaal” waarmee Spa-LvB en CD&V uitpakken.
Het College van Burgemeester en Schepenen zijn van de nieuwe klacht op de hoogte. Op 14 april 2017 werd aan het CBS per aangetekend schrijven gevraagd zich burgerlijke partij te stellen in deze zaak, en dit op basis van artikel 194 van het gemeentedecreet: “Als het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad nalaten in rechte op te treden, […], kunnen een of meer inwoners in rechte optreden namens de gemeente (…).”
Na de voorziene periode liet het CBS weten zich geen burgerlijke partij te zullen stellen, gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 28 april 2016. Door deze weigering kan een inwoner in deze in rechte optreden namens de gemeente, mits de zekerheidsinstelling om persoonlijk de kosten van het geding te dragen.
De klacht werd op 5 mei 2017 overgemaakt aan de onderzoeksrechter in Dendermonde, mede ondertekend door een gemeenteraadslid en twee andere personen. Het gratuit poneren van het feit dat het dossier strafrechtelijk is afgesloten, is dan ook meer een afleidingsmanoeuvre om de reële toestand te verdoezelen, volgens Bert Van Vaerenbergh.
Art. 194.[1 Als het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad nalaten in rechte op te treden, […], kunnen een of meer inwoners in rechte optreden namens de gemeente, mits zij onder zekerheidstelling aanbieden om persoonlijk de kosten van het geding te dragen en in te staan voor de veroordeling tot schadevergoeding of boete wegens tergend en roekeloos geding of hoger beroep die kan worden uitgesproken.
Dit recht staat ook open voor de rechtspersonen waarvan de maatschappelijke zetel in de gemeente is gevestigd.
De gemeente kan over het geding geen dading aangaan of er afstand van doen zonder instemming van degene die het geding in haar naam heeft gevoerd.
Op straffe van onontvankelijkheid kunnen personen vermeld in het eerste en tweede lid slechts namens de gemeente in rechte optreden indien zij de gedinginleidende akte aan het college van burgemeester en schepenen hebben betekend en, daaraan voorafgaand, het college van burgemeester en schepenen wegens het niet-optreden in gebreke hebben gesteld en na een termijn van tien dagen na de betekening van deze ingebrekestelling geen optreden in rechte vanwege het gemeentebestuur heeft plaatsgevonden. In geval van hoogdringendheid is geen voorafgaande ingebrekestelling vereist.]
