Gisteren werden de resultaten van de vijf jaar lopende FAME 2-studie in primeur voorgesteld op het Euro PCR-congres in Parijs. Deze bevindingen worden deze week ook gepubliceerd in het prestigieuze New England Journal of Medicine (NEJM). Dr. Bernard De Bruyne, cardioloog in het OLV Ziekenhuis te Aalst, was de ‘principal investigator’ van deze studie. De publicatie van deze belangrijke bevindingen uit de FAME 2-studie in de NEJM zal wellicht leiden tot een verder doorgedreven toepassing van FFR-metingen, een principe dat in het OLV Hartcentrum werd uitgevonden en nu wereldwijd aanvaard wordt. Het plaatsen van een ‘drug eluting’ stent in de kransslagader – in medische terminologie is dat een percutane coronaire interventie (PCI) – is de standaard behandeling voor patiënten die met een plotse verstopping van de kransslagader via de spoeddienst in het ziekenhuis worden opgenomen. In dergelijke situaties, die tot een myocardinfarct leiden, is deze ingreep vaak levensreddend, vooral als er snel kan worden ingegrepen.
Niet alle vernauwingen van de kransslagader leiden tot een myocardinfarct. In België worden er jaarlijks meer dan 25.000 PCI’s uitgevoerd; wereldwijd gaat het om meer dan een miljoen ingrepen per jaar. Soms veroorzaken deze vernauwingen enkel pijn in de borstkas bij inspanningen. Men spreekt dan van stabiele kransslagaderaandoeningen, waarvan de symptomen volgens de huidige richtlijnen enkel met medicatie worden behandeld. Dr. De Bruyne: “Het was onduidelijk of een PCI in dergelijke gevallen betere resultaten oplevert voor het verlichten van de symptomen en het vermijden van hartaanvallen. Daarom werd de FAME 2-studie opgestart. In deze studie werden patiënten met significante kransslagadervernauwingen over langere periodes opgevolgd. Het OLV Hartcentrum was de belangrijkste voortrekker van deze langlopende studie. Er werd reikhalzend uitgekeken naar de resultaten.”
Betere verlichting van symptomen, beduidend minder her-ingrepen, betere vermijding van hartinfarcten. Dr. Peter Jüni, eveneens een belangrijke onderzoeker in de FAME 2-studie en professor geneeskunde aan de universiteit van Toronto, verklaart: “De studie leverde robuuste resultaten op die aantonen dat bij de patiënten met een stabiele kransslagader-aandoening die in de vijf jaar lopende studie waren opgenomen, PCI’s betere resultaten opleveren dan louter medicatie wat betreft het verlichten van pijn op de borst, het reduceren van dringende her-ingrepen en het vermijden van hartaanvallen.”
Enkel bij significante vernauwingen. Dr. De Bruyne: “Het is belangrijk om aan te stippen dat er bij alle patiënten die in de FAME 2-studie werden opgenomen, een Fractional Flow Reserve-meting werd gedaan om te bepalen in welke mate hun kransslagader was dichtgeslibd. FFR-metingen worden wereldwijd als de ‘gouden standaard’ beschouwd om de ernst van de vernauwingen te bepalen. Met dergelijke FFR-meting wordt de druk gemeten vóór en achter een vernauwing in de kransslagader, waardoor de patiënten kunnen geïdentificeerd worden die baat kunnen hebben bij een PCI in aanvulling op een medicamenteuze behandeling. De FAME 2-studie bevestigt dat een PCI geen significante toegevoegde waarde heeft bij patiënten bij wie de bloeddoorstroming niet of in mindere mate wordt gestremd door de vernauwing van hun kransslagader. Een FFR-meting is dus wel degelijk aangewezen.”
De publicatie van deze belangrijke bevindingen uit de FAME 2-studie zal wellicht leiden tot een verder doorgedreven toepassing van FFR-metingen, een principe dat in het OLV Hartcentrum werd uitgevonden en nu wereldwijd aanvaard wordt. Sinds 2015 kan een FFR-meting in het OLV Hartcentrum bepaald worden op basis van een beeld van de CT-scanner, dus zonder katheterisatie.
