Van 7 november tot en met 24 december vindt in de Hospitaalkerk van Ninove de tentoonstelling ‘Boter bij de vis’ plaats. De tentoonstelling focust op de problematische voedselsituatie tijdens de Eerste Wereldoorlog en de creativiteit van de bevolking om daarmee om te gaan. De Groote Oorlog was zwaar voor arm en rijk. Van bij het begin was er een tekort aan voedsel. Het weinige dat er was, werd duur verkocht op de zwarte markt. Landbouwers en handelaars eisten ‘boter bij de vis’ en wilden direct betaald worden bij levering. Bijna het hele gezinsbudget ging op aan voeding. Brouwersvrouw Flavie De Preter uit Antwerpen schreef in haar dagboek op 17 maart 1916: “Ik heb onlangs nog tegen een vriendin gezegd dat iedere keer dat ik een Duitser zie, ik een gram aan gewicht verlies. Wat heeft ze gelachen!” Op dat moment was ze al 13,5 kg vermagerd en woog ze nog 49,5 kg. “Het is erg, maar ik troost me. Ik ben niet de enige.”
Deze en meer getuigenissen over de manier waarop rijk en arm omgingen met voeding tijdens WOI, krijg je te zien en te horen op de tentoonstelling ‘Boter bij de vis’, ontwikkeld door CAG (Centrum Agrarische Geschiedenis). De tentoonstelling is elke dag te bezoeken van 09.00 tot 17.00 uur, in de Hospitaalkerk, Burchtstraat 44, te 9400 Ninove.
