Vanaf vandaag kan de Aalstenaar gebruik maken van een zogenaamde deelfiets voor korte verplaatsingen in de stad. In totaal zijn er 100 groene deelfietsen beschikbaar, verdeeld over 14 parkeerzones. “Als we zoveel mogelijk Aalstenaars op de fiets willen krijgen, dan moeten we hen dat zo makkelijk mogelijk maken. Dit systeem is heel interessant voor de gebruiker omdat het heel flexibel is. Eenmaal geregistreerd op het deelplatform, kan je eenvoudig een fiets ontlenen door met de smartphone de QR-code op de fiets te scannen en zo het slot te openen. Je kan ook makkelijk even pauzeren onderweg”, aldus een trotse schepen van mobiliteit Dylan Casaer (lijstA).
Om te vermijden dat de fietsen ver buiten de binnenstad verweesd worden achtergelaten, maakt het systeem gebruik van zogenaamde geofencing. Elke fiets heeft een GPS-tracker aan boord. Er werden op die manier 14 strategische locaties virtueel afgebakend: het station van Aalst, OLV-ziekenhuis, ASZ, Parking Keizershallen, Grote Markt, Vredeplein , Kanunnik Colinetstraat, Houtmarkt, Werfplein (administratief centrum), Graanmarkt (Utopia), Frans Blanckaertdreef , sportcomplex Schotte en het stedelijk zwembad.
“Dankzij deze nieuwe techniek kunnen we voorkeurparkeerzones voorzien met infokoker. Het openbaar domein oogt op die manier minder rommelig dan bij volledige free floating fietsdeelsystemen”, zo gaat Casaer verder. “Gebruikers zullen ook financieel gestimuleerd worden om zich zoveel als mogelijk aan die zones te houden. Wie zich netjes parkeert, krijgt bonuspunten”, aldus Casaer.
Elke inwoner die zich de komende maand registreert, betaalt slechts 29 euro in plaats van 49 euro waarborg. Daarenboven krijgt elke Aalstenaar die zich registreert voor 31 augustus ook nog een fietstegoed van 5 euro. “Het gaat in eerste instantie om een proefproject van 1 jaar. Op basis van het effectieve gebruik, kunnen we zowel het aantal deelfietsen als de voorkeurlocaties aanpassen. Volledig op maat dus. De komende maanden verwachten we vooral toeristisch gebruik. Naar september toe, hopen we ook veel studenten aan te spreken”, zo besluit Dylan Casaer.
