Tijdens de restauratie van de neogotische Sint-Jozefkerk en het Vereecken-pijporgel ter hoogte van het Esplanadelein in Aalst werd wonderwel het eeuwenoud sinds jaren ontbrekende deel van de 16de‑eeuwse jubileum-psalmen uit het graafschapsarchief gevonden achter de grote Bourbon 32. Deze vondst, dekenaal bestempeld als het ‘mirakel van Dirk Martens’, gaf maximOilsjt de doorslaggevende impuls voor een canoniek brononderzoek naar de oorsprong van de toevallige vondst. Analyse van melodieën en teksten toont maximale gelijkenissen van ’t Ros Beiaard-lied met het oudere Dirk-Martens-lied, gecomponeerd ter ere van de 100ste verjaardag van de eerste drukker-humanist. De hoogste adellijke bestuurders zouden overtuigd zijn van de authenticiteit en van de Aalsterse oorsprong, dit gebaseerd op de door Rome overgemaakte besluiten.
Met de zegen van Onze Heer kunnen we stellen dat de opgeblazen trots van ’t dorp D op hun hymne ongegrond blijkt: het lied is pure overschrijverij van Aalsters erfgoed.
De tenberdebrenging van de hedendaagse versie door het gemeend mannenkoor zal onverwijld kenbaar worden gemaakt tot glorie van de onbekende mens die hiermee uiteindelijk de Waarheid zal kennen.




