Scampi’s in de composthoop! Dat dachten enkele leerlingen bij het leegmaken van de composthoop op het Lyceum van Aalst. Toegegeven, door hun gekromde rug hebben ze wel wat weg van reuzengarnalen. Maar in werkelijkheid ging het om indrukwekkende larven van de Neushoornkever, een soort die recent sterk in opmars is dankzij de vele composthopen her en der. Hoewel al lang waarnemingen van deze kever uit ons land bekend zijn, gold de Neushoornkever tot voor kort toch als een echte zeldzaamheid. Wie vroeger al eens een exemplaar had gezien, deed die waarneming meer dan waarschijnlijk ergens in het zuiden van Europa. Daar is deze warmteminnende kever van oudsher een gewone verschijning.
De larven, die we net zoals bij de Meikever engerlingen noemen, leven van plantaardig afval. Om hun levenscyclus te kunnen voltooien, moet de gemiddelde temperatuur hoog genoeg blijven. In onze vrije natuur zijn deze omstandigheden zeldzaam wegens veel te koud in de winter. Bergen houthaksel en composthopen zijn daarentegen wél ideaal: ze zorgen voor non-stop eten en warmte. De meeste larven worden dan ook in zulke hopen aangetroffen. Wie geluk heeft, graaft misschien wel een pop naar boven. Hieraan kan je makkelijk zien of het om een mannetje of vrouwtje gaat: mannelijke poppen vertonen reeds de kenmerkende hoorn op de kop. Deze verharde hoorn wordt gebruikt om concurrenten omver te duwen.
Volgens de gegevens op waarnemingen.be werden in het eerste decennium van deze eeuw 183 neushoornkevers en larven waargenomen. Sinds 2010 waren er dat maar liefst 1406, bijna acht keer zo veel in slechts de helft van de tijd. Van de volwassen exemplaren werd een aanzienlijk deel in nachtvlindervallen opgemerkt. Deze stijging is niet alleen te verklaren door het toenemend aantal waarnemers of de stijging van de temperatuur. De golf aan tuinprogramma’s op tv en de daaruit voortvloeiende hype om zelf een moestuin te beginnen, zit ook hier ongetwijfeld ook voor iets tussen. De gemiddelde tuinier kan immers niet zonder zijn eigen hoopje compost. En daar doet de neushoornkever vast en zeker zijn voordeel mee. Met dank aan Wim Lybaert en Bartel Van Riet.
De engerlingen zijn overigens uitstekend materiaal voor de les insectenanatomie aan het Lyceum. Doorheen de dunne huid merk je naast de inhoud van de darmen ook het vertakte buizenstelsel dat vanuit elke ademopening vertrekt. Deze tracheeën brengen zuurstofgas naar alle uithoeken van het lichaam. In een geschikte broedhoop huizen al snel enkele tientallen larven. Op de school wordt goed gezorgd voor de minineushoorns: wanneer er larven gevonden worden in een composthoop die afgevoerd wordt, worden die verplaatst naar een hoop die blijft liggen. Zo blijft de toekomst van de populatie verzekerd.
Op de foto bovenaan links zie je een handvol engerlingen van de Neushoornkever, recht uit de composthoop.
