In de stad Aalst duidde Ann Van de steen (Vooruit) op de jongste gemeenteraad opnieuw de nood aan van een krachtigere aanpak tegen seksueel en intrafamiliaal geweld tegen vrouwen. 25 November laatstleden kleurden tal van gebouwen en monumenten oranje als protest tegen vrouwengeweld. Op deze dag voerde Vooruit Aalst een actie aan het station om voorbijgangers te sensibiliseren en te wijzen op de nog steeds te grote schaduw over dit onderwerp. Ann Van de Steen: “Vorige week lazen we in de krant dat Minister Verlinden een budget van 1,5 miljoen euro vrijmaakt voor projecten om geweld in huiselijke of familiekring te voorkomen. Hiermee wil ze lokale besturen motiveren om projecten uit te werken rond intrafamiliaal geweld. Steden en gemeenten mogen de komende drie maanden projecten indienen waaruit 15 voorstellen gekozen zullen worden met elke een federale steun van 100 000 euro.”
Vooruit Aalst vraagt de meerderheid dan ook met drang om werk te maken van een passend project waar slachtoffers van geweld tegen vrouwen op een laagdrempelige manier, discreet en professioneel terecht kunnen in onze stad. Cathy Grysolle (vooruit) zal dit verder opvolgen in de commissie veiligheid. “Hier is vandaag nog steeds hoog nood aan en de mogelijkheid biedt zich met deze kans aan om een helpende hand te reiken naar zij die in het donker leven.” Maar er is ook nood aan een aanpak tegen straatintimidatie. In de hoofdstad wordt er gewerkt om de aanpak van geweld tegen vrouwen te verbeteren. Sinds dit jaar stapt de Brusselse politie ook met undercoverpatrouilles op straat om daders van straatintimidatie op heterdaad te betrappen.
“Seksistische opmerkingen, beledigingen en bedreigingen zijn voor vele vrouwen dagdagelijkse onderwerpen geworden. Zelfs handtastelijkheden worden vaak onder het mom van versieren of verleiden onder de tafel geveegd. Dit kan zo niet meer verder” vervolgd Van de Steen. “In de hoofdstad wordt in het zonale veiligheidsplan extra aandacht gegeven aan ‘de beleving van vrouwen in de openbare ruimte’. Die beleving is voor vrouwen totaal verschillend als voor mannen en velen onder hen beseffen dit niet omdat zij hier niet mee te maken krijgen in hun dagdagelijkse leven. Bij een rondvraag merkten we al snel dat vormen van intimidatie als normaal worden bevonden, zelfs door sommige vrouwen. Er wordt vanuit de oude stempel al snel geredeneerd dat deze slachtoffers het zelf uitgelokt hebben of wat meer ‘haar op de tanden’ moeten krijgen.
Ook bij onze ordediensten is er nood aan extra opleiding over seksisme en het wettelijk kader hieromtrent. Om te beginnen moeten we de slachtoffers van straatintimidatie au sérieux nemen. De seksismewet uit 2014 schrijft dat dit weldegelijk strafbaar is. Ook moet de burger ervan op de hoogte gebracht worden dat aangiften omtrent dit soort zaken anoniem kan gebeuren, wat voor velen de drempel een groot stuk kan verlagen. We beseffen ook wel dat niet alle zaken makkelijk opgelost kunnen opgelost worden, maar door aangifte kunnen de ordediensten wel beter de feiten in kaart brengen en preventief te werk gaan. Misschien wel het belangrijkste is dat de daders van straatintimidatie zullen beseffen dat dit niet langer ongestraft doorgaat.”
