In de gemeente Denderleeuw werd op de gemeenteraad van donderdag 23 september jongstleden een vraag gesteld door een gemeenteraadslid over de parkeerwijze in het vernieuwde gedeelte van de Hoogstraat te Iddergem. De heraanleg heeft blijkbaar een nieuw fenomeen veroorzaakt, met name het stoepparkeren. Daar waar het stoepparkeren vroeger enkel een noodzakelijkheid was voor ‘Amerikaanse wagens’ vanwege hun grootte, is dit fenomeen uitgegroeid tot alle soorten wagens met standaardafmetingen.
“Stoepparkeren is een overtreding op de wegcode. Het oogluikend toelaten noemt men dan gedoogbeleid. Gedoogbeleid is het bewust negeren van de wetgeving!,” zegt Bert Van Vaerenbergh. Uit het antwoord dat de schepen van mobiliteit Yves De Smet (LvB) gaf op de gemeenteraad is dat laatste van toepassing in Denderleeuw. Zoals eerder aangehaald was het voor de heraanleg eerder een probleem van grotere wagens om zich binnen de lijnen van de parkeerstrook te kunnen wringen. Wat ligt dan aan de oorzaak van dit fenomeen. Volgens de schepen was er geen oorzakelijk verband met de heraanleg van het wegdek en het massaal stoepparkeren. Voor de gemeenteraad had hij nog de extra opdracht gegeven aan de Dienst Mobiliteit om de breedte van de parkeerzones nog eens na meten. Volgens laatst genoemde zijn dienst waren de parkeerstroken wel degelijk twee meter breed.
“Een rolmeter, een vroeger geschenk van een of ander bankinstelling, toont echter maar 1,80 meter aan als breedte tussen stoep en de buitenkant van de lijn. Op de eerste conferentie voor maten en gewichten in 1889 werd de meter gedefinieerd als de afstand tussen twee inkepingen op een staaf van de hardere legering 90% platina en 10% iridium, de zogenaamde X-meter, die in Sèvres wordt bewaard,” zegt Bert Van Vaerenbergh. “In de veronderstelling dat de gebruikte meter van de gemeente en de geschenkmeter gedefinieerd werden op deze X-meter, is er blijkbaar toch een verschil van 10 cm per lopende meter,” voegt hij er nog aan toe.
Enige navraag bij de gemeente leerde intussen dat het dan toch echt geen twee meter was dat er werd opgemeten. Plots was er ook nog een derde meter. Een derde meter die dan eigendom blijkt van de aannemer. Deze aannemer wist dan blijkbaar niet goed of hij de witte lijn nu links of rechts van de aangegeven stippellijn op 1,80 meter moest schilderen. Blijkbaar koos hij de binnenkant van de stippellijn, waardoor de breedte van de aangeven parkeerstrook 1,80 meter is. En zo is het te smal uitvallen van de parkeerstrook alweer de fout van ‘de aannemer’ volgens het gemeentebestuur!
Dat het stoepparkeren ook voor hinder zorgt voor kinderwagens en rolstoelgebruikers maakt blijkbaar ook deel uit van het gedoogbeleid. Zo bedraagt de afstand tussen de muur en de geparkeerde auto’s 1,25 meter, tot, er plots halverwege een verlichtingspaal staat, en de afstand om te passeren met kinderkoets of andersvalide vervoer tot de helft terug gebracht.
