Donderdag 19 december van dit jaar raakte bekend dat de multinational haar fabriek in Aalst zal sluiten, waardoor meer dan 200 jobs verloren gaan. “Voor de werknemers is dit een zware klap, zeker na de maandenlange onzekerheid of zij hun jobs wel kunnen behouden”, zegt Alexander Van Ransbeeck van de PVDA. “Maar de fabriek keerde vorig jaar wel 29 miljoen euro dividend uit aan het moederbedrijf in de Verenigde Staten. Onvoorstelbaar dat dit kan. Eerst een monsterdividend uitkeren, en daarna het faillissement aankondigen. Multinationals kunnen hier gewoon hun zin doen.”
“Hiervoor is er maar één woord: Dividendenhonger. En we betalen er met z’n allen de prijs voor”, vervolgt Van Ransbeeck. “De werknemers van de fabriek betalen met hun job voor het faillissement. Zij zullen hiervoor weliswaar een vergoeding krijgen van het Fonds Sluiting Ondernemingen (FSO). Maar door de dividendenstroom naar het moederbedrijf is er minder geld beschikbaar om deze vergoeding te financieren. Het FSO, een overheidsorganisatie, zal de belastingbetaler moeten laten bijdragen om dit tekort op te vangen. Iedereen betaalt dus mee voor de dividendenhonger van Tupperware.”
De PVDA wil dat de regering strenger controleert en voorkomt dat multinationals, waarvan geweten is dat ze in problemen zitten, geld naar het buitenland verplaatsen. Het kan niet de bedoeling zijn, zoals bij Tupperware, dat werknemers met jobverlies en belastingbetalers met de factuur van een faillissement worden opgezadeld.
