Nieuw openbaar vervoer werkt ‘op maat’ in onze regio…

De Vervoerregio Aalst heeft deze namiddag, resp. donderdag 02 juli 2020, de basis gelegd voor een nieuw openbaar vervoer in de streek. Er is gekozen voor het inzetten op de assen met een grote vervoersvraag. Daar zullen meer bussen rijden: elke 15 of 30 minuten. Er is minimum één bus per uur. Het aanbod dat vanaf eind december 2021 wordt uitgerold, moet het aantal verplaatsingen met de bus verhogen met minstens 3,5 procent in de elf steden en gemeenten van de Vervoerregio. Het openbaar vervoer werkt meer op maat van de gebruiker: met een groter aanbod waar de vraag het grootst is en een bediening ‘op maat’ voor wie daar nood aan heeft.

Het nieuwe concept van ‘Basisbereikbaarheid’ maakt komaf met de basismobiliteit van de voorbije 20 jaar. Hierbij ging men uit van het principe dat er elke 500 meter (stedelijk) tot 750 meter (landelijk) een bushalte moest beschikbaar zijn om mensen op te pikken. Gebruikers van het openbaar vervoer kregen een bepaald ‘aanbod’ en via voldoende haltes werd de bus bereikbaar. “Vanaf 12 december 2021 gooien we het over een andere boeg. Informatietechnologie laat immers toe de belangrijke vervoersstromen te capteren en daarop in te zetten. We weten nu veel beter hoeveel mensen zich dagelijks verplaatsen naar bepaalde bestemmingen, zowel met de wagen, trein, bus als fiets. Die verbindingen met het grootste aantal verplaatsingen hebben ook het meeste potentie om succesvol openbaar vervoer rond te organiseren. Op die grote assen, het kernnet, zetten we in met een hoge frequentie aan ritten. Dit zorgt in de meeste gevallen voor een sterkere bediening en maakt de verbinding tussen verschillende attractiepolen rechtstreekser, korter en dus sneller”, zegt Marleen Lambrecht, politiek voorzitter van de Vervoerregio Aalst.

De Vervoerregio Aalst heeft een budget van Aalst 19.088.335 euro voor 2021 (kernnet: 12.966.785 euro, aanvullend net 4.411.228 euro en vervoer op maat 1.710.322 euro.)

Wij zijn er fier op dat we met de 11 gemeenten van onze regio een algemene consensus hebben over het OV-plan, zowel voor kernnet, aanvullend net als vervoer op maat. Het resultaat dat op tafel ligt is te danken aan de samenwerking tussen de verschillende actoren. De oefening was niet eenvoudig. Als team MOW moesten we enerzijds rekening houden met de opdracht/spelregels vanuit de Vlaamse Regering en anderzijds met de behoeften van de steden en gemeenten. Reden te meer om als vervoerregio trots te zijn op het plan dat vandaag op tafel ligt. “De centrumfunctie van steden en hun ‘verknoping’ met de trein speelt een belangrijke rol. We selecteerden regionale attractiepolen, die veel verkeer genereren. Zo wordt de bereikbaarheid van de ziekenhuizen van Aalst en Dendermonde veel groter. Zeker voor Dendermonde is een busverbinding om de 30 minuten tussen station en Sint-Blasius een grote stap vooruit”, aldus Michael Eeckhout, ambtelijk voorzitter namens het Departement Mobiliteit. “Voor de stad Aalst, voorzien we een frequentie per kwartier voor enkele streeklijnen en een bus om de 10 minuten op het stadsnet. Kortom: van maandag tot zaterdag hoeven inwoners zich niet langer af te vragen wanneer er precies een bus langskomt. De hoge frequentie moet ervoor zorgen dat Aalstenaars sneller voor de bus kiezen om een bestemming in de stad of in de buurgemeenten te bereiken en omgekeer.”

“Door dit nieuwe concept slagen we er binnen het budget in om meer mensen te vervoeren en ook een hogere frequentie te halen, wat zeker een grotere meerwaarde zal bieden”, legt vervoerregiomanager Micheline Steen van De Lijn uit. “Binnen de keuzes die we maakten, speelt ook de praktische organisatie een rol, natuurlijk: zo heb je voldoende bussen en chauffeurs nodig om een bepaalde verbinding te garanderen. Daarom is er gekozen om vb van Aalst tot Moorsel om het kwartier te rijden. Verder doorrijden naar Baardegem zou betekenen dat diezelfde bus veel langer onderweg is en die frequentie niet kan halen. Er is voldoende potentieel tot Moorsel om die verbinding succesvol te realiseren. Heel belangrijk is dat we nu ook op zaterdag deze uitgebreide dienstverlening kunnen aanbieden.”

Trein en bus gaan elkaar meer aanvullen en ‘concurreren’ niet meer tussen dezelfde bestemmingen. Een ander nieuw principe is de combimobiliteit: het combineren van verschillende modi. Dit kan een deelfiets of deelauto zijn voor de last mile of het gebruik van een mobipunt om over te stappen van het aanvullend net op een buslijn van het snellere kernnet.

Het Vlaams decreet Basisbereikbaarheid stelt dat het openbaar vervoernetwerk uitgaat van 4 lagen: het treinnet (NMBS), het kernnet (verbindingen tussen belangrijke steden), het aanvullend net (o.a. ontsluitende buslijnen vanuit kleinere steden en gemeenten en het functionele net dat in de ochtend- en avondspits extra wordt ingezet, het vervoer op maat (voor wie geen beroep kan doen op het openbaarvervoernetwerk). Er zijn ook nieuwe verknopingen tussen bus in trein in Ede en Lede. Ede is speciaal voor pendelaars om sneller in Brussel te zijn. Door in te zetten op de grote vervoersstromen, blijven er ‘white spots’ waar geen bussen rijden. Daarvoor is het ‘vervoer op maat’ ontwikkeld. Dat moet zorgen voor openbaar vervoer wanneer er geen regulier net is ‘omwille van tijdstip, locatie of doelgroep’. Hier speelt de toegankelijkheid (dus ook voor doelgroepen) Omdat ook het vervoer van minder mobiele mensen (doelgroepen) tot de opdracht behoort.

Dit zal werken a.d.h.v. collectieve systemen en/of deelsystemen. Concreet gaat het om een buurtbus of een collectieve taxi die reizigers vervoert wanneer ze dat vragen (aan een Vlaamse Mobiliteitscentrale). Deelsystemen (deelfiets, deelauto) horen bij dit vervoer op maat. Met andere woorden, mensen met een ‘mobiliteitsindicatiestelling’ (rolstoelgebruikers, slechtzienden,…) die niet op de gewone bus kunnen, krijgen een aangepast vervoer. De student (open gebruiker) die om 10.30 of 14.30 uur een verplaatsing wil maken vanuit zo’n ‘white spot’ zal ditzelfde vervoer op maat aangeboden krijgen en wordt ‘opgevoerd’ naar een mobipunt, halte van waaruit hij verder zijn verplaatsing kan maken met het ‘snelle’ openbaar vervoer, of soms zelfs zijn bestemming.

Mobipunten vormen mee de fysieke spil tussen de verschillende soorten vervoer op maat. Een mobipunt is een herkenbare plek met een aanbod aan diverse, op elkaar afgestemde vervoermogelijkheden. Ook Blue-Bike is mee geïntegreerd in het concept van fietsdeelsysteem voor de vervoerregio.

Wat gaan we nog doen? “Met deze afspraken is het kader vastgelegd waarrond we het openbaar vervoer willen organiseren. De volgende maanden maken we binnen de vervoerregio werk van nog enkele aspecten die van belang zijn. Zo worden we als vervoerregio bevoegd voor de tarieven, maar ons standpunt is dat die over heel Vlaanderen zoveel mogelijk uniform moeten zijn. Dit overleg is nu bezig”, aldus voorzitter Marleen Lambrecht. “Omdat er de volgende jaren ook bijkomende middelen rond Vervoer op maat beschikbaar worden, willen we in ons Regionaal Mobiliteitsplan bepalen hoe en waar we dit extra budget willen inzetten. Dit gebeurt steeds in overleg tussen de Vlaamse overheid en de elf gemeenten van de regio, die constructief meewerken aan dit regionaal verhaal.”

De bijkomende middelen voor vervoer op maat in VVR Aalst (bij basisbedrag van 1.710.000 euro) zijn voor 2022: 904.000 euro, voor 2023: 1.205.000 euro, voor 2024: 1.557.000 euro. Lijnen toegewezen aan VVR Aalst: Verbindingen om de 15 minuten: Tussen Aalst station en Moorsel Tussen Aalst station en Mere. Tussen Aalst station en Hofstade Tussen Aalst station en Herdersem Tussen Aalst station en Nieuwerkerken

Extra in Aalst: stadslijn om 10 min. Met een verdubbeling van de frequentie (10’ t.o.v. 20’-frequentie vandaag = verdubbeling). Bediening stadscentrum, treinstation, de scholencampus in het centrum en het ASZ. Bediening van de wijken die vandaag de hoogste gebruikscijfers kennen: Biekorf, centrum en Oude Abdijstraat. Extra bij vervoer op maat: de zuidelijke tangent voor Aalst, van Meldert over Erembodegem naar Nieuwerkerken. Voor Hamme oplossing voor Moerzeke en Kastel. Voor Dendermonde oplossing voor vervoer tussen station en ziekenhuis.

Verbindingen om de 30 minuten: Tussen Aalst en Dendermonde via Gijzegem en Appels Tussen Aalst en Dendermonde via Herdersem en Lebbeke Tussen Aalst en Burst (station)
Tussen Aalst en Haaltert (Kerksken). Tussen Aalst, Denderleeuw en Ninove. Tussen Dendermonde, Hamme en Sint-Niklaas

Verbindingen om de 60 minuten: Aalst via Haaltert naar Geraardsbergen. Aalst via Mere en Ede naar Heldergem. Aalst via S L Houtem en Herzele naar Zottegem Aalst via Hofstade en Lede naar Wetteren Aalst via Schoonaarde en Berlare naar Lokeren Aalst via Baardegem naar Opwijk

Deel dit bericht via:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Current ye@r *