Het Amerikaans moederbedrijf Tupperware laat werknemers in Aalst in de kou staan. De sluiting van de Tupperware-fabriek in Aalst treft 250 werknemers die na jarenlange inzet met lege handen en onzekerheid worden achtergelaten. Dit terwijl de Belgische vestiging vorig jaar nog 29 miljoen euro winst maakte. In plaats van die winst te investeren in hun wettelijke opzegvergoedingen en een fatsoenlijk sociaal plan, koos het Amerikaanse moederbedrijf ervoor om zich volledig terug te trekken, zonder het faillissement aan te vragen of antwoorden te geven.
“Deze werknemers hebben jarenlang alles gegeven voor hun fabriek,” zegt Vooruit-parlementslid Anja Vanrobaeys, “en nu worden ze door hun Amerikaanse multinational keihard afgestraft. Ze verliezen hun werk, krijgen geen wettelijke opzeggingsvergoeding, geen sociaal plan, er is zelfs geen faillissementsaanvraag, en de telefoon wordt niet meer opgenomen als er vanuit Aalst om antwoorden wordt gevraagd. Dit is een regelrecht vuil spel van een Amerikaanse multinational die haar verantwoordelijkheid ontloopt.”
Tijdens het parlementair debat confronteerde Vanrobaeys de minister van Werk met deze wantoestanden. De minister erkende dat het Amerikaanse moederbedrijf haar verantwoordelijkheid niet neemt en verwees naar de Belgische wetgeving, die bedrijven in moeilijkheden verschillende procedures biedt om tot oplossingen te komen. Hij stelde zich zelfs de vraag of Tupperware Aalst zich wel in een echte faillissementssituatie bevindt en vroeg zich af of andere juridische pistes geen betere bescherming zouden bieden aan de getroffen werknemers. Maar die wetgeving valt onder de bevoegdheid van justitie. Tot zolang er geen duidelijkheid is, staat het personeel van Tupperware Aalst op economische werkloosheid.
“De situatie blijft schrijnend. Tupperware had de middelen om haar werknemers in Aalst een waardig afscheid te geven, maar in Amerika kiezen ze ervoor de verantwoordelijkheid door te schuiven. Hiervoor betalen de betrokken werknemers de zwaarste prijs maar de rekening wordt ook doorgeschoven naar de belastingbetaler die via de solidariteit opdraait voor de gevolgen van het faillissement. Dit kan niet zo blijven doorgaan,” besluit Vanrobaeys. “Ik zal de minister van Justitie om verduidelijking vragen over welke juridische stappen mogelijk zijn om de werknemers het best te beschermen. Want niemand verdient het om zo in de steek gelaten te worden. Het personeel van Tupperware verdient meer zekerheid, respect en steun.”