De verkiezingsuitslag van 14 oktober in Aalst is gekend, de cijfers zijn wat ze zijn: Christoph D’Haese en Vlaams Belang hebben de verkiezingen gewonnen. Daarbuiten doen de partij ‘Groen’ (al hadden ze misschien nog beter verwacht) en een aantal individuele kandidaten op diverse lijsten het goed. De scores van de individuele kandidaten in absolute cijfers zijn eveneens gekend. Die cijfers zeggen veel, maar toch ook weer niet alles. Ook de evolutie van die cijfers over de verschillende verkiezingen bepalen mee de uitslag. En tot slot ook het relatieve aantal stemmen dat behaald wordt: dat is dus de verhouding tussen het individueel resultaat en het potentieel van de partij. Met een fantastische politieke term noemen we dit de “penetratiegraad”.
Laat ons deze eens bekijken: wat is het relatieve resultaat van sommige absolute resultaten. Ook daar zien we Christoph D’Haese er bovenuit springen: hij haalt 11.081 stemmen op een totaal van 18.688 voor de volledige N-VA. Dit wil zeggen dat 59,2% van de N-VA kiezers mee voor Christoph D’Haese of zelf alleen voor hem gestemd heeft. Fantastisch resultaat uiteraard, al is het niet uitzonderlijk als relatieve score aangezien deze haast identiek is aan de score van de dienstdoend burgemeester bij de vorige verkiezingen. Alle lijsttrekkers doen het in deze relatieve score trouwens beter dan om het even welke andere kandidaat. De laagste relatieve score voor de lijsttrekkers afgelopen verkiezingen was Lander op de Groen-lijst met een penetratiegraad van 21,7%. 
De 3 hoogste scores op vlak van penetratiegraad (ik krijg geen genoeg van deze term) op uitzondering van deze lijsttrekkers zijn voor Bart Van den Neste met 20,3%, Katrien Beulens met 20,2% en… Iwein De Koninck met 19,8%. Alle 3 scoren we relatief gezien hoger dan alle andere kandidaten op gelijk welke lijst. Sarah Smeyers, die in absolute cijfers in totaal de tweede score neerzet, kan (slechts) 18,7% van de totale N-VA kiezers overtuigen ook voor haar te stemmen, de volgende in de rij daar is Caroline met 14,2%.
Uiteraard zijn we vet met deze cijfers. Interessant altijd voor wat analyses en waarschijnlijk nog interessanter als troost. Maar laat toch één zaak gezegd zijn, noch op basis van de absolute cijfers, en al zeker niet op basis van de relatieve cijfers zou een overhaaste conclusie als ‘verliezer’ van de afgelopen verkiezingen, misplaatst zijn. Sowieso bedankt aan al diegenen die mij op 14 oktober gesteund hebben. Ook al voelt het een beetje aan als ben ik vooral de grootste klos van 14 oktober.
