De doortocht van De Ronde van Vlaanderen, een van Vlaanderens grootste klassiekers, heeft al heel wat voeten in de aarde gehad. Nu men in alle steden en gemeenten de portemonnee moet dichtknijpen wegens besparingen, lijkt het of geen enkele stad of gemeente nog wil betalen voor de doortocht van De Ronde. Enkel Herzele en Zottegem blijven dezelfde som geld ophoesten om deze winstgevende organisaties extra centen toe te stoppen. Deze zijn dan ook nog gedurende de komende twee jaar Dorp van De Ronde.
In Erpe-Mere had Hugo De Waele eerder ook al te verstaan gegeven dat de gevraagde sommen lichtjes overdreven zijn. Normalerwijze zouden de gemeenten 25.000 euro dienen op te hoesten. In Erpe-mere heeft men dit kunnen herleiden tot de helft, dus 12.500 euro. Herzele betaald wel de volle 25.000 euro. Maar steden als Geraardsbergen, en nu ook Aalst vinden 50.000 euro veel geld. Dus schrapte Guido De Padt ook eerder al het voorstel om nog te betalen voor de doortocht. “Als stad moeten we een lijn trekken en dat gebeurt ook in Geraardsbergen, waar men niet langer 50.000 euro wil ophoesten voor de passage over de Muur. De Ronde passeert hier overigens sowieso”, aldus de man.
Vandaag maakte Christoph D’Haese ook bekend geen geld meer uit te geven voor de doortocht van De Ronde. De renners gaan dan ook niet meer over de kasseien rijden van de Grote Markt in Aalst. De stad Aalst en en stad Geraardsbergen zijn dan ook niet langer meer Dorp van De Ronde. De renners gaan dit jaar en ook volgend jaar wel over de wegen rijden van Wichelen en Lede. Flanders Classics zal voor de komende jaren zijn plannen moeten herbekijken, De Ronde mag dan wel een van de mooiste koersen zijn in het voorjaar, de tijd dat men het geld gaat zoeken bij de steden en gemeenten lijkt nu toch voorgoed voorbij te zijn. De Ronde wordt gereden op zaterdag 4 april voor amateurs, en op zondag 5 april voor de profs. Deze koers werd voor het eerst gereden in het jaar 1913.
